Maand 2 in Cape Tribulation

In week 3 en 4 van mijn stage ben ik bezig geweest met het schrijven van mijn onderzoeksplan. Vorige week heb ik mijn cijfer ontvangen: een 7,1! De docent was erg tevreden over de inleiding en materiaal & methode, dat zijn de belangrijkste en moeilijkste hoofdstukken van het onderzoeksplan. Voor die onderdelen had ik 8 van de 10 punten ontvangen. Mijn planning en referenties konden wel nog wat verbeterd worden maar ik was erg blij met dit cijfer

Zondag 30 april had ik mijn eerste vrije dag. Er zit een insecten museum in de buurt die ik wel graag wilde bekijken. Er was wel een dingetje: het is een uur rijden met de fiets, berg op- en afwaarts. Ik besloot toch gewoon te gaan fietsen omdat ik de hele dag de tijd had. De tocht bleek iets moeilijker dan gedacht. Net buiten Cape Tribulation gaat de weg vrij stijl omhoog voor een lange tijd waardoor ik maar naar boven ben gelopen i.p.v. gefietst.

Na “iets” meer dan een uur kwam ik eindelijk bij het museum aan. Toen ik daar aankwam zag ik een paar cassowaries rondlopen. Dit waren dezelfde vogels die ik eerder had gezien bij de vrijwilliger, hij verbleef namelijk bij een adres aan de andere kant van de weg. Het museum zelf was wel leuk, ze hadden een paar interessante soorten die ik wel kende maar nooit eerder had gezien. De eigenaresse was ook aardig en na een kort praatje met haar gaf ze mij een mooie blauwe ulysses butterfly, deze soort is iconisch voor dit gebied.

Op de terugweg ben ik nog even gestopt bij de marrdja boardwalk. Bij deze boardwalk is een gedeelte te zien van de Daintree rainforest waar veel zeldzame prehistorische plantensoorten groeien. De Daintree rainforest is namelijk een van de oudste regenwouden van de wereld met veel primitieve plant- en diersoorten.

Na een uur zat ik weer op de fiets om het laatste stukje terug te fietsen naar het station. Onderweg zag ik een zwart met blauwe vlinder, de soort genaamd “blue tiger”, op de weg zitten die niet weg vloog toen ik erlangs fietste, daar moest iets mee aan de hand zijn. Het beestje bleek inderdaad niet in staat meer te zijn om te vliegen, zijn rechtervleugels overlapte verkeerd. Ik besloot hem mee te nemen naar het station om te kijken of ik hem misschien kon helpen. Toen ik het vlindertje beter bekeek bleek dat er een vogel aan de rechterkant bij zijn vleugels in zijn lichaam had gepikt, daarom kon hij niet meer vliegen.

De dagen daarna zag ik steeds meer vlinders van dezelfde soort, bij de oprit van het station zat er zelfs een hele groep vlinders. Als je met de fiets of auto op de oprit reed, was er een wolk van vlinders. Wanneer je op het strand staat zie je ze ook constant langs vliegen. Wat mij opviel is dat ze altijd in dezelfde richting vliegen, zelfs wanneer de wind ongunstig staat. Volgens Hugh migreert deze soort, voor een grotere overlevingskans komen ze massaal op hetzelfde moment uit hun pop.

Vorige week ben ik voor het eerst weer even uit het regenwoud gegaan, er moesten boodschappen worden gedaan en de dichtbij zijnde supermarkt is anderhalf uur rijden in een dorp genaamd Mossman. Op de heenweg hadden we nog even een tussenstop gemaakt. Een van de bats die Hugh had gevonden als wees, genaamd Chomp, was nu oud genoeg om terug te gaan in de natuur. Chomp is een vrouwtje maar haar naam past goed bij haar, ze heeft namelijk een zeer sterke beet. Ze werd naar kennissen van Hugh gebracht die haar later naar een programma zouden brengen waar ze leert om voor haarzelf te zorgen.

Die zondag had ik weer een vrije dag en het leek mij leuk om een krokodillen tour te doen, ik heb ze namelijk toen (gelukkig) nog niet gezien. Op de tour zaten ook twee Nederlandse meiden die aan het rondreizen waren in Australië, het was weer fijn om even Nederlands te praten met leeftijdsgenoten. Tijdens de tour vaar je op een rivier tussen de mangrove door, omdat het weer niet goed was zaten de krokodillen in het water en niet op het land. In totaal heb ik vier krokodillen gezien, daarnaast heb ik ook foto’s kunnen maken van een paar mooie vogels.

Vorige week ben ik eindelijk begonnen met het veldwerk voor mijn project. Wanneer het zonnig weer is, ga ik drie keer per dag naar het strand om een uur lang te kijken welke insecten de onderzoeksplanten bezoeken. Het is wel leuk om dit te doen want je leert veel over de plant en de insecten, de telling in de avond kan soms wat saai zijn omdat er dan bijna geen insecten de plant bezoeken.